Principe
der Volledige Inductie
Één van de pijlers van de moderne wiskunde is het
"Principe der Volledige Inductie".
Zij P(n) een uitspraak, die gedefinieerd
is voor elk natuurlijke getal n
k (k ook een natuurlijk getal) met de
volgende eigenschappen:
-
P(k)
is waar
-
P(n+1)
is waar, wanneer P(n) waar is
Dan
is de uitspraak P(n) waar voor elk
natuurlijke getal n
k.
|
Het
principe van de volledige inductie berust op het axioma
van de volledige inductie geformuleerd door Peano
(1858-1932). Met dit principe kunnen verschillende stellingen
erg gemakkelijk bewezen worden.
Hoewel
inductief redeneren in het dagelijks leven niet erg gebruikelijk
is, vormt het toch de basis voor zeer belangrijk en fundamenteel
onderzoek op tal van gebieden, met name de
waarschijnlijkheidsrekening en de statistiek. De bedoeling van
deze les is het "Principe van de Volledige Inductie"
duidelijk te maken aan de hand van een aantal voorbeelden.
Voorbeeld
Stel we moeten de juistheid aantonen van een formule die
afhankelijk is van het natuurlijk getal n, waarbij n
= 0, 1, 2, 3, · · ·. In schoolboekjes wordt vaak
het voorbeeld aangehaald van de formule voor de som der
natuurlijke getallen 0 tot en met n.
Sn =
0 + 1 + 2 + 3 + · · · + n = |
|
(n is een natuurlijk
getal) |
We
willen in dit geval bewijzen dat de formule geldig is voor alle
waarden van n
0. Je zou de formule kunnen verifiëren voor n = 0,
n = 1, n = 2 tot en met n = 10.000.
Zou de formule dan telkens kloppen dan zou je geneigd zijn aan te
nemen dat de formule juist is voor alle waarden van n
0. Je weet dit echter niet zeker! Met het principe van de
volledige inductie kunnen we de formule bewijzen voor alle n
0 .
De
stappen bij een bewijs door volledige inductie zijn:
-
Ga
na dat de formule juist is voor zekere n, n = k
in bovenstaand voorbeeld k = 0.
-
Neem
aan dat de formule juist is voor n = m, waarbij m
k.
-
Leidt
hieruit af dat de formule juist is voor n = m
+ 1.
-
Hieruit
mag je dan concluderen dat de formule juist is voor alle n
k.
Immers
als de formule juist is voor n = 0, dan is hij volgens stap
III ook juist voor n = 1. Maar dan ook voor n
= 2 enzovoort. Dit noemen we inductie. In de wiskunde wordt veel
gebruik gemaakt van het principe van de volledige inductie om
stellingen te bewijzen waarin het natuurlijk getal n
voorkomt.
We
gaan m.b.v. volledige inductie de juistheid van de formule
Sn = 0 +
1 + 2 + 3 + · · · + n = |
|
(n = 0, 1, 2, 3, ·
· ·) |
voor
de som der natuurlijke getallen 0 tot en met n aantonen.
Stap
I
We bewijzen eerst dat de formule juist is voor n = 0.
Volgens de formule geldt:
De
formule is dus juist voor n = 0.
Stap
II
Stel de formule is juist voor n = m
0. Er geldt dus:
Sm =
0 + 1 + 2 + 3 + · · · + m = |
|
|
Stap
III
We gaan nu bewijzen dat hieruit volgt dat de formule is juist voor
n = m+ 1, dus dat geldt:
Sm+1
=
0 + 1 + 2 + 3 + · · · + m + (m
+ 1) = |
|
|
Nu
is
|
Sm+1 |
= |
0 + 1 + 2 + 3 + · · · + m + (m
+ 1) |
|
|
|
|
|
|
= |
Sm + (m + 1) |
|
|
|
|
|
|
= |
|
|
|
|
|
|
|
= |
|
|
|
|
|
|
|
= |
|
|
|
|
|
|
|
= |
|
Hetgeen
te bewijzen viel!
Het
bewijs kan ook vrij eenvoudig direct geleverd worden. Er geldt:
|
Sn |
= |
0 |
+ |
1 |
+ |
2 |
+ · · · + |
n - 1 |
+ |
n |
|
|
|
Sn |
= |
n |
+ |
n - 1 |
+ |
n - 2 |
+ · · · + |
1 |
+ |
0 |
|
|
|
|
+ |
|
|
2Sn |
= |
n |
+ |
n |
+ |
n |
+ · · · + |
n |
+ |
n |
|
(dit zijn n + 1
termen n) |
|
|
= |
n(n + 1) |
|
|
Daaruit
volgt:
Hetgeen
te bewijzen viel!

De
som van een rekenkundige rij
Het bovenstaande voorbeeld is een bijzonder geval van
een rekenkundige rij. Een rekenkundige rij is een rij van getallen
a0, a1, a2,
· · · , an,
an+1, · · · waarbij
het verschil tussen twee opeenvolgende termen constant is. Voor
een rekenkundige rij (an) geldt dus:
an+1
- an =
constant = v (n
0)
We
kunnen de algemene term an schrijven als:
an
= a0 + nv voor n = 0, 1, 2, 3, ·
· ·
Onder
de som Sn verstaan we de som van n + 1
termen:
Sn = a0
+ a1 + · · · +
an = |
n |
 |
i
= 0 |
|
ai |
(n is een natuurlijk
getal) |
We
gaan m.b.v. volledige inductie bewijzen dat:
Stap
I
We gaan eerst bewijzen dat de formule juist is voor n = 0.
Volgens de formule geldt:
S0 = |
|
= |
|
= a0
en dit klopt! |
De
formule is dus juist voor n = 0.
Stap
II
Stel de formule is juist voor n = m
0. Er geldt dus:
Sm = a0
+ a1 + · · · +
am = |
|
|
Stap
III
We gaan nu bewijzen dat hieruit volgt dat de formule is juist voor
n = m+ 1, dus dat geldt:
Sm+1
= a0 + a1 + · · · +
am + am+1 = |
((m
+ 1) + 1)(a0 + am+1) |
2 |
|
= |
|
Nu
is
|
Sm+1 |
= |
a0 + a1 + · · · +
am + am+1 |
|
|
|
|
|
|
= |
Sm + am+1 |
|
|
|
|
|
|
= |
|
|
|
|
|
|
|
= |
|
|
|
|
|
|
|
= |
|
|
|
|
|
|
|
= |
(m
+ 1)(a0 + am+1)
- (m + 1)v |
2 |
|
+ |
|
|
|
|
|
|
|
|
= |
(m
+ 1)(a0 + am+1)
- (m + 1)v
+ am+1 + am+1 |
2 |
|
|
|
|
|
|
|
|
= |
(m
+ 1)(a0 + am+1)
+ a0 + am+1 |
2 |
|
|
|
|
|
|
|
= |
(m
+ 1)(a0 + am+1)
+ 1(a0 + am+1) |
2 |
|
|
|
|
|
|
|
= |
|
Hetgeen
te bewijzen viel!
Het
bewijs kan ook vrij eenvoudig direct geleverd worden. Er geldt:
|
Sn |
= |
a0 |
+ |
a0 + v |
+ |
a0 + 2v |
+ · · · + |
an - v |
+ |
an |
|
|
|
Sn |
= |
an |
+ |
an - v |
+ |
an - 2v |
+ · · · + |
a0 + v |
+ |
a0 |
|
|
|
|
+ |
|
|
2Sn |
= |
(a0 + an) |
+ |
(a0 + an) |
+ |
(a0 + an) |
+ · · · + |
(a0 + an) |
+ |
(a0 + an) |
|
n + 1 termen |
|
|
= |
(n + 1)(a0
+ an) |
|
|
Daaruit
volgt:
Hetgeen
te bewijzen viel!
Een
bewijs door volledige inductie bestaat dus steeds uit twee delen.
Eerst het bewijs dat de uitspraak waar is voor n = 0. Dan
dat uit de juistheid voor n = m de juistheid volgt
voor n = m + 1. Deze twee stappen, samen met het
principe van de volledige inductie, geven de juistheid voor alle n
(n natuurlijk getal).
Soms
is het handiger een bewijs m.b.v. volledige inductie te geven,
b.v. als je al een vermoeden hebt van de formule maar nog moet
bewijzen dat deze juist is. In de wiskunde wordt veel gebruik
gemaakt van het principe van de volledige inductie om stellingen
te bewijzen waarin het natuurlijk getal n voorkomt.

De
som van een meetkundige rij
Een meetkundige rij is een rij van getallen a0,
a1, a2, · · · ,
an, an+1, · · ·
waarbij het quotiënt van twee opeenvolgende termen
constant is. Voor een meetkundige rij (an)
geldt dus:
|
= constant = r
(r
1
en n
0) |
De
constante r wordt ook wel de reden genoemd. We
kunnen de algemene term an schrijven als:
an
= a0rn
voor n = 0, 1, 2, 3, · · ·
Onder
de som Sn verstaan we de som van n + 1
termen:
Sn = a0
+ a1 + · · · +
an = |
n |
 |
i
= 0 |
|
ai |
(n is een natuurlijk
getal) |
We
gaan m.b.v. volledige inductie bewijzen dat:
Sn = |
|
(r
1) |
Stap
I
We gaan eerst bewijzen dat de formule juist is voor n = 0.
Volgens de formule geldt:
S0 = |
|
= |
|
= a0
en dit klopt! |
De
formule is dus juist voor n = 0.
Stap
II
Stel de formule is juist voor n = m
0. Er geldt dus:
Sm = a0
+ a1 + · · · +
am = |
|
|
Stap
III
We gaan nu bewijzen dat hieruit volgt dat de formule is juist voor
n = m + 1, dus dat geldt:
Sm+1
= a0 + a1 + · · · +
am + am+1 = |
|
Nu
is
|
Sm+1 |
= |
a0 + a1 + · · · +
am + am+1 |
|
|
|
|
|
|
= |
Sm + am+1 |
|
|
|
|
|
|
= |
|
|
|
|
|
|
|
= |
|
|
|
|
|
|
|
= |
|
+ |
a0(rm
+ 1 -
rm
+ 2) |
1 -
r |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
= |
a0
(1 - rm
+ 1)
+ a0(rm
+ 1 -
rm
+ 2) |
1 -
r |
|
|
|
|
|
|
|
|
= |
a0
(1 - rm
+ 1 + rm
+ 1 -
rm
+ 2) |
1 -
r |
|
|
|
|
|
|
|
= |
|
Hetgeen
te bewijzen viel!
Het
bewijs kan ook vrij eenvoudig direct geleverd worden. Er geldt:
|
Sn |
= |
a0 |
+ |
a0r |
+ |
a0r2 |
+ · · · + |
a0rn |
|
|
|
|
r
Sn |
= |
|
|
a0r |
+ |
a0r2 |
+ · · · + |
a0rn |
+ |
a0rn+1 |
|
|
|
- |
|
(1 -
r) Sn |
= |
a0 |
+ |
0 |
+ |
0 |
+ · · · + |
0 |
- |
a0rn+1 |
|
|
|
= |
a0 -
a0rn+1 |
|
|
|
= |
a0(1 -
rn+1) |
|
Daaruit
volgt als r 1
(waarom?):
Hetgeen
te bewijzen viel!

Deelbaarheid
We gaan nu een wat ingewikkelder voorbeeld van een
bewijs met volledige inductie bekijken. Als je dit voorbeeld
begrijpt heb je het principe van het inductief redeneren aardig
onder de knie. Voor de duidelijkheid formuleren we eerst nog een
hulpstelling die we nodig hebben bij het bewijs van de
Hoofdstelling.
Hulpstelling
Stel a, b en c zijn natuurlijke getallen
waarvoor geldt: a
1,
b
1,
c
1
en a
b. Stel verder dat a -
b deelbaar is door c en dat b deelbaar is
door c. Dan is ook a deelbaar door c.
Bewijs
Stel |
|
= p (is een geheel getal)
en |
|
= q (is een geheel getal) |
Dan is |
|
= |
|
= |
|
+ |
|
= p -
q (is een geheel getal) |
Hetgeen
te bewijzen viel!
De
volgende Hoofdstelling is belangrijk i.v.m
binomiaalcoëfficiënten. Het bewijs van deze stelling is een
goede oefening in het toepassen van volledige inductie en logisch
nadenken! Ga het bewijs stap voor stap na en let daarbij op het
woordje elke.
Hoofdstelling
Zij n een natuurlijk getal met n
1. Een product van k
2 opeenvolgende getallen
n(n
+ 1)(n + 2) · · · (n
+ k - 1)
is
deelbaar door
k!
( = 1
2
· · ·
k )
Bewijs
We gaan deze stelling bewijzen met volledige
inductie naar k.
Stap
I
We tonen eerst aan dat de stelling juist is voor elk
natuurlijke getal n
1 en k = 2.
Voor
elke n
1 is n(n + 1) deelbaar door 2! = 2, omdat één van
de factoren n en (n + 1) even moet zijn.
De
stelling is dus juist voor k = 2 en elke
n
1.
Stap
II
Stel nu dat de stelling juist is voor elke
n
1 en k
2 factoren. Dus dat voor elke n
1
n(n
+ 1)(n + 2) · · · (n
+ k - 1)
deelbaar
is door
k!
( = 1
2
· · ·
k )
Stap
III
We moeten nu aantonen dat uit de aanname in Stap
II volgt dat voor elke
n
1 en k +1 factoren geldt:
n(n
+ 1)(n + 2) · · · (n
+ k - 1)(n + k)
is
deelbaar door
(k
+ 1)! ( = 1
2
· · ·
k
(k + 1) = k!
(k + 1))
Om
dit te bewijzen gaan we verder met volledige inductie naar n.
Hierbij mogen we nog steeds gebruik maken van de aanname in Stap
II.
Stap
1
We tonen eerst aan dat de bewering uit Stap
III juist is voor n = 1.
Voor n = 1 geldt:
n(n
+ 1)(n + 2) · · · (n
+ k - 1)(n + k)
= 1
2
· · ·
k
(k + 1)
en
dit is zeker deelbaar door (k + 1)! = 1
2
· · ·
k
(k + 1)
De bewering uit Stap III is
dus juist voor n = 1.
Stap
2
We nemen nu aan dat de bewering uit Stap
III juist is voor n = m. Dus er
geldt:
m(m
+ 1)(m + 2) · · · (m
+ k - 1)(m + k)
is
deelbaar door
(k
+ 1)! = 1
2
· · ·
k
(k + 1)
Stap
3
We moeten nu laten zien dat de bewering uit Stap
III juist is voor
n = m + 1. Dus dat
(m
+ 1)(m + 2)(m + 3) · · · (m
+ k)(m + k + 1 )
deelbaar
is door
(k
+ 1)! = 1
2
· · ·
k
(k + 1)
Nu
komt het moeilijkste stukje van de logica van het bewijs. We
gaan hierbij de hulpstelling gebruiken. Het verschil (vergelijk
met het verschil a - b
in de hulpstelling)
(m+1)(m+2) · · · (m+k)(m+k+1)
- m(m+1) · · · (m+k-1)(m+k)
=
(m+k+1-m)(m+1)(m+2) · · · (m+k)
=
(k+1)(m+1)(m+2) · · · (m+k)
is deelbaar door (k + 1)!,
want
het product van k factoren (m+1)(m+2) · · · (m+k)
is volgens de aanname in Stap II
namelijk deelbaar door k! en dus is (k+1)(m+1)(m+2) · · · (m+k)
deelbaar door (k + 1)k! = (k + 1)!
Omdat
we bij Stap 2 hebben
aangenomen dat m(m+1) · · · (m+k-1)(m+k)
deelbaar is door (k + 1)! volgt m.b.v. de hulpstelling
dat ook
(m+1)(m+2) · · · (m+k)(m+k+1)
deelbaar
is door (k + 1)!
Hiermee
is bewezen dat bewering uit Stap III
juist is voor elke n
1 en k +1 factoren. Hiermee is bovendien de Hoofdstelling
bewezen m.b.v. volledige inductie. Bij dit bewijs is volledige
inductie dus twee keer gebruikt.

Opgaven
Bewijs met volledige inductie dat de volgende
stellingen voor elk natuurlijk getal n
1 juist zijn. Maak eerst zelf de opgaven alvorens je de
uitwerkingen van de bewijzen gaat bekijken.
Stelling
1:
|
3 + 6 + 9 + · · · +
3(n - 1) + 3n
=
n[6
+ 3(n - 1)] |
|
Bewijs |
|
|
Stelling
2:
|
1 + 2 + 4 + 8 + · · · +
2n - 1
= 2n -
1 |
|
Bewijs |
|
|
Stelling
3:
|
12 + 22 + 32
+ · · · + n2
= |
|
|
Bewijs |
|
|
Stelling
4:
|
2n
+ 1 |
 |
k
= 2 |
|
1 |
= |
n |
k(k + 1) |
2(n + 1) |
|
Bewijs |
|
|
Stelling
5:
|
2n |
 |
k
= 1 |
|
(-1)k
-1 |
= |
2n |
 |
k
= n + 1 |
|
1 |
k |
k |
|
Bewijs |

|