Home   Lessen online Functies en Grafieken Onderwerpen  
kader_rand
Startpagina
Bravenet

Matrices en Determinanten
Rij-eigenschappen van de determinant
 

MD-Menu


Inleiding
Beschouw de n × n matrix A.

A a11 a12 . . . a1n
a21 a22 . . . a2n
. . .
. . .
. . .
an1 an2 . . . ann

Wij gaan ons nu bezig houden met een functie van de  n × n matrix A. Zo'n functie van de matrix A zullen we de determinant van de matrix A noemen. Bij het ontwikkelen van de matrixrekening hebben wiskundigen een aantal eigenschappen geformuleerd waaraan de determinantfunctie moet voldoen om bruikbaar te zijn bij allerlei praktische rekenproblemen.

Een van de eisen is dat de eigenschappen van de determinantfunctie naadloos moeten aansluiten bij de Gauss-Jordan eliminatiemethode. Bij de Gauss-Jordan methode spelen een drietal elementaire rij-operaties bij matrices een belangrijke rol:

  1. twee rijen verwisselen

  2. een rij met een scalair 0 vermenigvuldigen;

  3. bij een rij een  -voud van een andere kolom optellen.

Deze operaties spelen een hoofdrol bij het bepalen van de inverse matrix A-1 en bij het oplossen van grote stelsels vergelijkingen. Alleen als de waarde van de determinant van een matrix A 0 is, bestaat de inverse matrix A-1. Stelsels van n lineaire vergelijkingen met n onbekenden hebben precies één oplossing als de determinant van de coëfficiëntenmatrix 0 is. De naam 'determinant' is dus niet zonder reden gekozen.

Tegenwoordig gebeurt het berekenen van de determinant m.b.v. computerprogramma's. Het algoritme hiervoor is dankzij de rij-eigenschappen van de determinantfunctie makkelijk te begrijpen en eenvoudig te programmeren. Hierbij speelt de Gauss-Jordan methode een belangrijke rol. In het online matrixprogramma dat u op deze website aantreft wordt van elke ingevoerde of berekende vierkante matrix de waarde van de determinant direct op het scherm afgedrukt.

Bij de behandeling van rangschikkingen is de determinantfunctie van een vierkante n × n matrix A reeds gedefinieerd. Voor een goed begrip van de definitie van de determinant is het beslist noodzakelijk de onderwerpen permutaties en rangschikkingen eerst te bestuderen.

Omhoog


Definitie van de Determinant
Beschouw de n × n matrix A.

A a11 a12 . . . a1n
a21 a22 . . . a2n
. . .
ar1 ar2 . . . arn
. . .
an1 an2 . . . ann

Stel V = {i | i = 1,2, ..., n!} is de verzameling van alle n! - zowel even als oneven - permutaties i van de natuurlijke getallen 1, 2, ... , n  met n 2. Door de permutatie i gaat de rangschikking
1, 2, ... , n dus over in de rangschikking i(1), i(2), ... , i(n). Om de leesbaarheid van de definitie wat te verhogen noteren we in de hierna volgende definitie het matrixelement aij als a[i, j].

De determinant van een n × n matrix A, notatie det A of |A|, is een getal:

                   det A
 n!
 i = 1
 sgn(i) · a[1, i(1)] · a[2, i(2)] ... a[n, i(n)],

waarin het rechterlid de som van n! termen en i( j) de kolom-index van de matrix elementen voorstelt, terwijl

sgn(i) = 

+1, als het aantal misplaatsingen van i(1), i(2), ... , i(n) even is
-1, als het aantal misplaatsingen van i(1), i(2), ... , i(n) oneven is

Voorbeeld 1
Beschouw de 2 × 2 matrix A

A a11 a12
a21 a22

De 2 mogelijke rangschikkingen van de kolom-indices 1 en 2 zijn:

1, 2 waarbij 1(1) = 1, 1(2) = 2 en sgn(1) = +1 want 1 is even
2, 1 waarbij 2(1) = 2, 2(2) = 1 en sgn(2) = -1 want 2 is oneven

Hierin stellen i voor i = 1 en 2 de 2 mogelijke permutaties van {1, 2}voor.

Daaruit volgt det A =

a11 a22 - a12 a21


Voorbeeld 2
Beschouw de 3 × 3 matrix A

A a11 a12 a13
a21 a22 a23
a31 a32 a33

De 6 mogelijke rangschikkingen van de kolom-indices 1, 2 en 3 zijn:

1, 2, 3 waarbij 1(1) = 1, 1(2) = 2, 1(3) = 3 en sgn(1) = +1 want 1 is even
1, 3, 2 waarbij 2(1) = 1, 2(2) = 3, 2(3) = 2 en sgn(2) = -1 want 2 is oneven
2, 1, 3 waarbij 3(1) = 2, 3(2) = 1, 3(3) = 3 en sgn(3) = -1 want 3 is oneven
2, 3, 1 waarbij 4(1) = 2, 4(2) = 3, 4(3) = 1 en sgn(4) = +1 want 4 is even
3, 1, 2 waarbij 5(1) = 3, 5(2) = 1, 5(3) = 2 en sgn(5) = +1 want 5 is even
3, 2, 1 waarbij 6(1) = 3, 6(2) = 2, 6(3) = 1 en sgn(6) = -1 want 6 is oneven

Hierin stellen i voor i = 1,2, ..., 6 de 6 mogelijke permutaties van {1, 2, 3}voor.

Daaruit volgt det A =

a11 a22 a33 - a11 a23 a32 - a12 a21 a33 + a12 a23 a31 + a13 a21 a32

 

- a13 a22 a31

Omhoog


Elementaire rij-eigenschappen
De determinant van A is een functie van de matrixelementen aij en wordt vaak genoteerd als

det A a11 a12 . a1k . a1n
a21 a22 . a2k . a2n
. . .
ar1 ar2 ark arn
. . .
an1 an2 . ank . ann

Om de rij-eigenschappen van de determinant op een overzichtelijke manier te formuleren voeren we eerst een wat handiger notatie voor de determinantfunctie in. We noteren de rijen van matrix A als rijvectoren A1, A2, ... , An. De re rij van A komt dus overeen met een rij-vector van de vorm:

Ar = (ar1, ar2, ... , arn)

We beschouwen nu de determinant als een functie van de n rijvectoren A1, A2, ..., An en schrijven dit als:

det A = d(A1, A2, ... , Ar, ... , An)

M.b.v. deze notatie kunnen we de elementaire rij-eigenschappen op een overzichtelijke manier formuleren. De definitie van de determinantfunctie is zo gekozen dat deze functie de volgende elementaire rij-eigenschappen heeft:

 

 

  1. Worden de elementen van een rij Ar van de matrix  A = (aij) met een constante vermenigvuldigt, dan geldt:

    d(A1, A2, ... , · Ar, ... , An) =  · d(A1, A2, ... , Ar, ... , An)

    Det A gaat dus over in · det A. Hierbij is dus · Ar= (ar1, ar2,..., arn)

         

  2. Voor elke r geldt:

    d(A1, A2, ..., Ar + C, ..., An) =  d(A1, A2, ..., Ar, ..., An) + d(A1, A2, ..., C, ..., An)

    met Ar + C = (ar1 + c1, ar2 + c2, ..., arn + cn) en C = (c1, c2, ...,cn).   

         

  3. Verwisselt men in matrix  A = (aij) twee rijen, dan wisselt det A alleen van teken.

    d(A1, A2, ..., Ar, ..., Al, ..., An) = - d(A1, A2, ..., Al, ..., Ar, ..., An

          

  4. De determinant van de eenheidsmatrix I is gelijk aan 1.

    d(I1, I2, ..., Ir, ..., In) = 1 met Ir = (0, 0, ..., 1, ...,0) waarin de 1 op de re positie staat en de rest van de elementen gelijk aan 0 is. Door gebruik te maken van het Kronecker-symbool ij , gedefinieerd door

    rj

    1, als j = r
    0, als j r

    kunnen we ook Ir = (rj) schrijven.

 

Eigenschap IV is niet zozeer een rij-eigenschap, maar meer een algemene eigenschap die rechtstreeks uit de definitie voortvloeit.

Hier volgen de bewijzen van de elementaire rij-eigenschappen:


Rij-eigenschap I
Worden de elementen van een rij van een vierkant n × n matrix  A = (aij) met een constante vermenigvuldigt, dan gaat det A over in · det A. Er geldt dus:

d(A1, A2, ... , · Ar, ... , An) =  · d(A1, A2, ... , Ar, ... , An)

Bewijs
Stel A' is de matrix die men krijgt door de elementen in de r-e rij van matrix A met een constante te vermenigvuldigen

A' =  a11 a12 . . . a1n
a21 a22 . . . a2n
. . .
ar1 ar2 arn
. . .
an1 an2 . . . ann

Volgens de definitie van de determinant geldt:

det A'

 n!
 i = 1
 sgn(i) · a[1, i(1)] · a[2, i(2)] . . . · a[r, i(r)] . . . a[n, i(n)],

          = 

 n!
 i = 1
· sgn(i) · a[1, i(1)] · a[2, i(2)] . . . a[r, i(r)] . . . a[n, i(n)],

          =  ·  

 n!
 i = 1
 sgn(i) · a[1, i(1)] · a[2, i(2)] . . . a[r, i(r)] . . . a[n, i(n)],

          =  · det A

Hetgeen te bewijzen viel.


Rij-eigenschap II
Zij A' een n × n matrix zodanig dat

A' =  a11 a12 . . . a1n
a21 a22 . . . a2n
. . .
ar1+c1 ar2+c2 arn+cn
. . .
an1 an2 . . . ann

dan geldt:

d(A1, A2, ... , Ar + C, ... , An) =  d(A1, A2, ... , Ar, ... , An) + d(A1, A2, ... , C, ... , An)

Bewijs
Volgens de definitie van de determinant geldt:

det A'

 n!
 i = 1
 sgn(i) · a[1, i(1)] · a[2, i(2)] . . . ( a[r, i(r)] + c[i(r)] ) . . . a[n, i(n)]

          = 

 n!
 i = 1
 sgn(i) · a[1, i(1)] · a[2, i(2)] . . . a[r, i(r)] . . . a[n, i(n)] + 

                    

 sgn(i) · a[1, i(1)] · a[2, i(2)] . . . c[i(r)] . . . a[n, i(n)]

          = 

 
 n!
 i = 1
 sgn(i) · a[1, i(1)] · a[2, i(2)] . . . a[r, i(r)] . . . a[n, i(n)]

             + 

 
 n!
 i = 1
 sgn(i) · a[1, i(1)] · a[2, i(2)] . . . c[i(r)] . . . a[n, i(n)]

Hetgeen te bewijzen viel.


Rij-eigenschap III
Verwisselt men in een vierkante n × n matrix  A = (aij) de r-e met de l-e rij, dan wisselt det A alleen van teken. Dus er geldt:

d(A1, A2, ... , Ar, ... , Al, ... , An) = - d(A1, A2, ... , Al, ... , Ar, ... , An

Bewijs
Stel A is gegeven door

A a11 a12 . . . . a1n
a21 a22 . . . . a2n
. . .
ar1 ar2 arn r-e rij
. . .
al1 al2 aln l-e rij
. . .
an1 an2 . . . . ann

Stel V = {i | i = 1,2, ..., n!} is de verzameling van alle n! - zowel even als oneven - permutaties i van de natuurlijke getallen 1, 2, ... , n  met n 2. 
Door de permutatie i gaat de rangschikking 1, 2, ..., r, ... , l, ... , n dus over in de rangschikking i(1), i(2), ... , i(r), ... , i(l), ... , i(n).Volgens de definitie is
  

det A

 n!
 i = 1
 sgn(i) · a[1, i(1)] · a[2, i(2)]...a[r, i(r)]...a[l, i(l)]...a[n, i(n)]  (1)

Stel A' is de matrix die men krijgt door in matrix A de r-e rij met de l-e rij te verwisselen.
  

A' =  a11 a12 . . . . a1n
a21 a22 . . . . a2n
. . .
al1 al2 aln r-e rij
. . .
ar1 ar2 arn l-e rij
. . .
an1 an2 . . . . ann

 Volgens de definitie van de determinant geldt dan:

 

det A'

 n!
 i = 1
 sgn(i) · a[1, i(1)] · a[2, i(2)]...a[l, i(r)]...a[r, i(l)]...a[n, i(n)]  (2)

De permutatie i is gegeven door

i 1 2   ...  r   ...  l   ...  n   voor i = 1,2, ..., n!
 i(1)  i(2)   ...   i(r)   ...  i(l)   ...   i(n)

Zij nu i' gedefinieerd door

i' =  i'( j) = i( j)   voor j = 1, ..., n en j r, l   voor i = 1,2, ..., n!
i'( r) = i( l) en i'( l) = i( r)

De rangschikking i'(1), i'(2), ... , i'(r), ... , i'(l), ... , i'(n) komt dus tot stand door in de rangschikking i(1), i(2), ... , i(r), ... , i(l), ... , i(n) de elementen i(r) en i(l) te verwisselen. Dus

i' =  1 2   ...  r   ...  l   ...  n   voor i = 1,2, ..., n!
 i(1)  i(2)   ...   i(l)   ...  i(r)   ...   i(n)

Bij de behandeling van permutaties en rangschikkingen hebben we gezien dat dan geldt:

sgn(i) = - sgn(i')

Verder geldt dat V = {i | i = 1,2, ..., n!} = {i' | i = 1,2, ..., n!}.
Alleen de volgorde in {i' | i = 1,2, ..., n!} is anders dan in {i | i = 1,2, ..., n!}.

We kunnen uitdrukking (2) nu schrijven als

det A'

 n!
 i = 1
 - sgn(i') · a[1, i'(1)] · a[2, i'(2)]...a[l, i'(l)]...a[r, i'(r)]...a[n, i(n)]

          -

 n!
 i = 1
sgn(i') · a[1, i'(1)] · a[2, i'(2)]...a[l, i'(l)]...a[r, i'(r)]...a[n, i(n)]

          - det A

Hetgeen te bewijzen viel.


Eigenschap IV
De determinant van de n × n eenheidsmatrix I = (uij)is gelijk aan 1.

Bewijs
Stel I is gegeven door

I 1 0 0 . . . 0
0 1 0 . . . 0
0 0 1 .
. . .
. . .
. . 1 0
0 0 . . . 0 1

Volgens de definitie is

det 1

 n!
 i = 1
 sgn(i) · u[1, i(1)] · u[2, i(2)]...u[n, i(n)]  (3)

Voor de identieke permutatie e geldt:

sgn(e) · u[1, 1] · u[2, 2] . . . u[n, n]  =  1 · 1 · 1 . . . 1·
 =  1

Voor alle andere permutaties i in de uitdrukking (3) geldt:

sgn(i) · u[1, i(1)] · u[2, i(2)] . . . u[n, i(n)] = 0

omdat er minstens één factor u[r, i(r)] in voorkomt waarvoor r i(r) en dus u[r, i(r)] = 0.
Dus geldt det 1 = 1.

Hetgeen te bewijzen viel.


Stellingen


Stelling 1
De determinant van een matrix waarvan een rijvector gelijk is aan O = (0, 0, ... , 0), is gelijk aan 0.

Bewijs
We weten (Rij-eigenschap I) dat als we de elementen van een rij van een vierkante n × n matrix  A = (aij) met een constante vermenigvuldigt, dan det A overgaat in · det A. Er geldt dus

d(A1, A2, ... , · Ar, ... , An) =  · d(A1, A2, ... , Ar, ... , An)

Neem nu eenvoudigweg = 0 dan krijgen we:

d(A1, A2, ... , O, ... , An) = d(A1, A2, ... ,0 · Ar, ... , An) = 0 · d(A1, A2, ... , Ar, ... , An) = 0


Stelling 2
De determinant van een matrix waarvan twee rijen gelijk zijn, is gelijk aan 0.

Bewijs
Beschouw een matrix A waarvan de r-e en de l-e rij gelijk zijn. Dan geldt:

d(A1, A2, ... , Ar, ... , Al, ... , An) = d(A1, A2, ... , Al, ... , Ar, ... , An)         (1)

Volgens Rij-eigenschap III geldt echter ook:

d(A1, A2, ... , Ar, ... , Al, ... , An) = - d(A1, A2, ... , Al, ... , Ar, ... , An)      (2)

Uit (1) en (2) volgt:

d(A1, A2, ... , Ar, ... , Al, ... , An) = - d(A1, A2, ... , Ar, ... , Al, ... , An)

en dus

d(A1, A2, ... , Ar, ... , Al, ... , An) = 0


Stelling 3
Als je in een matrix bij een rij een veelvoud van een andere rij optelt, verandert de waarde van de determinant niet.

Bewijs
Beschouw een matrix A waarvan bij de r-e rij een -voud van de l-e rij is opgeteld. Dan geldt volgens de rij-eigenschappen I en II en stelling 2:

d(A1, A2, ... , Ar + Al, ... , Al, ... , An)  =  d(A1, A2, ... , Ar, ... , Al, ... , An)
+ d(A1, A2, ... , · Al, ... , Al, ... , An)
 =  d(A1, A2, ... , Ar, ... , Al, ... , An)
+ · d(A1, A2, ... , Al, ... , Al, ... , An)
 =  d(A1, A2, ... , Al, ... , Ar, ... , An)
+ · 0
 =  d(A1, A2, ... , Ar, ... , Al, ... , An)
 =  det A

Stelling 4
De determinant van een matrix waarvan de rijen afhankelijk zijn, is gelijk aan 0.

Bewijs
Beschouw de matrix A waarvan de rijvectoren afhankelijk zijn. Er bestaan dus scalairen (getallen)
c1, ... , cn, niet alle nul, zodanig dat

 n
 i = 1
ci · Ai  =  O

Dit betekent dat elke rijvector Ar met cr0 uitgedrukt kan worden als een lineaire combinatie van de andere rijvectoren. Zonder de algemeenheid te schaden mogen we aannemen dat A1 een lineaire combinatie van de andere rijvectoren is:

A1 = 
 n
 i = 2
ti · Ai

Daaruit volgt:

d(A1, A2, ... , An)  = 
d(
 n
 i = 2
ti · Ai, A2, ... , An)
 = 
 n
 i = 2
ti · d(Ai, A2, ... , An)

Elke term d(Ai, A2, ... , An) in de laatste som is gelijk aan 0 omdat Ai gelijk is aan minstens één van de andere rijvectoren A2, ... , An. Dus de hele som is gelijk aan 0.

Hetgeen te bewijzen viel.

Omhoog


Determinanten berekenen
In het online computerprogramma "Matrixbewerkingen op Internet" wordt van elke ingevoerde of berekende vierkante matrix de waarde van de determinant direct op het scherm afgedrukt.
De definitie van de determinant, zoals die hier gegeven is, is op zich niet erg geschikt om gebruikt te worden voor het berekenen van een determinant in een computerprogramma.

Één van de beste methoden om m.b.v. een computerprogramma de determinant van een matrix A uit te rekenen, is de Gauss-Jordan eliminatie methode. Deze methode houdt in dat we matrix A

A a11 a12 . . . a1n
a21 a22 . . . a2n
. . .
ar1 ar2 . . . arn
. . .
an1 an2 . . . ann

d.m.v elementaire rij-operaties tot een bovendiagonaalmatrix D

D d11 d12 . . . d1n
0 d22 . . . d2n
. . .
. . .
. . .
0 0 . . . dnn

kunnen herleiden door:

  1. twee rijen verwisselen

  2. een rij met een scalair 0 vermenigvuldigen;

  3. bij een rij een  -voud van een andere rij optellen.

Bij operatie 1. wisselt de determinant van teken, bij operatie 2. wordt de waarde van de determinant met vermenigvuldigt en bij operatie 3. verandert de waarde van de determinant niet.

Door de operaties 1., 2. en 3. systematisch op de matrix A toe te passen, kunnen we deze herleiden tot een bovendiagonaalmatrix D, waarvan we de determinant eenvoudig kunnen bereken. Bij elke operatie 1. of 2. moeten we uiteraard bijhouden hoe de determinant verandert.

Stel we hebben operatie 1.  p keer en operatie 2.  q keer toe moeten passen om matrix A te herleiden tot een bovendiagonaalmatrix D. Stel dat bij operatie 2. de vermenigvuldigingsfactoren
1, 2, 3, ... q gebruikt zijn. Dan krijgen we:

det A = (-1) p (1 2 3 ... q)-1 · det D, met det D = d11 d22 d33 . . . dnn

Ga dit na!

Omhoog


Voorbeeld

det 
 1  3
 2  8
 = 2;   det 
 5  0  1
 1 -2  3
 3  8  6
 = -166 

Ga dit voorbeeld met onderstaand programma na.
Kies uit het Bestand-menu het item Nieuw Project.
Kies daarna het project CA-1 (het inverteren van matrices) en vul de matrixelementen in.

Omhoog


Het programma (programma-handleiding)



Omhoog


Opgave

Bepaal met het bovenstaand programma de volgende determinanten:

(a)

 2  1  1
 1  4 -4
 1  0  2
, (b)
 3  0  8
 5  0  7
 1  0  2
, (c) 
 1 -1  1  1
 1 -1 -1 -1
 1  1 -1 -1
 1  1  1 -1

Omhoog

Wiskunde online ----- is speciaal ontworpen voor:
Microsoft  Internet Explorer 5.5 of hoger
Beeldschermresolutie minimaal 800×600
JavaScript-Interpretatie ingeschakeld!
Bijgewerkt: