Twee getallen hebben niet altijd een Kleinste Gemene Veelvoud!
linker hoekje rechter hoekje

Het Kleinste Gemene Veelvoud


Inleiding
Zo, dus je wilt weten wat het Kleinste Gemene Veelvoud (afgekort KGV) van twee getallen is en vooral een recept hoe je dat met een gewone zakrekenmachine of een grafische rekenmachine snel kunt berekenen! Het woord gemene is overigens een ouderwets woord voor gemeenschappelijk. We gaan eens logisch nadenken!

Stel je hebt twee positieve reële getallen 0 die we voor het gemak maar even met a en b aangeven. Onder een veelvoud van a verstaan we een getal m × a waarbij m een positief geheel getal 0 is. Onder een veelvoud van b verstaan we een getal n × b waarbij n een positief geheel getal 0 is. Je begrijpt dat er oneindig veel veelvouden van a en b zijn. Veelvouden van 1.7 zijn bijvoorbeeld 1 ×1.7,  2 ×1.7,  3 ×1.7 etc.

Als a en b gemeenschappelijke veelvouden hebben is er natuurlijk ook een Kleinste Gemene Veelvoud (KGV) aan te wijzen. Stel K is het KGV van a en b. In dat geval bestaan er gehele getallen  m en n waarvoor geldt:

K = m × a = n × b            (1)

We nemen even aan dat a b, dan moet m n en volgens (1) geldt dan:

= 1                      (2)


 
Belangrijk!
Als K = m × a = n × b het KGV van a en b is dan hebben m en n geen enkele gemeenschappelijke deler. Anders zou er een nog kleiner gemeenschappelijk veelvoud van a en b zijn. De breuk is dus niet meer te vereenvoudigen! Dit is een eigenschap van m en n waar we gebruik van gaan maken.

Neem bijvoorbeeld de getallen 12 en 9. 72 is een gemeenschappelijk veelvoud van 12 en 9 want 6 × 128 × 9 = 72. De factoren 6 en 8 zijn echter beide door 2 deelbaar. Dit betekent dat 3 × 124 × 9 = 36 een kleiner gemeenschappelijk veelvoud van 12 en 9 is. De factoren 3 en 4 hebben geen gemeenschappelijke deler meer en dus is 36 het kleinste gemeenschappelijke veelvoud van 12 en 9.
   

De breuk is dus niet meer te vereenvoudigen. Bovendien blijkt dat als a en b een KGV hebben de breuk een rationaal getal moet zijn, omdat rationaal is! Als irrationaal is hebben a en b dus ook geen KGV!.

Met deze wetenschap hebben we de sleutel in handen om m.b.v. een moderne zakrekenmachine op eenvoudige wijze de getallen m en n en daarmee het KGV van twee getallen a en b te bepalen.

Op elke moderne zakrekenmachine zit namelijk een voorziening om met breuken te werken. De antwoorden die je daarbij krijgt zijn altijd in de vorm van niet meer te vereenvoudigen breuken. En daar gaat het ons om! De belangrijkste knop bij het werken met breuken is de knop . Lees de handleiding bij je rekenmachine. Het recept om het KGV van a en b te bepalen is dan kort en krachtig:

 

 
Recept
voor het bepalen van het KGV van a en b
Bepaal met de rekenmachine de waarde van in de vorm van een gewone niet meer te vereenvoudigen breuk .
Het KGV K van a en b is dan K = m × a = n × b.
   

We gaan nu een paar voorbeelden bekijken.

Omhoog


Voorbeeld 1
We gaan met behulp van een moderne zakrekenmachine het kleinste gemeenschappelijke veelvoud van 3 en 1.2 bepalen.

Veelvouden van 3 zijn 3, 6, 9, 12 etc. De tafel van 3 dus.
Veelvouden van 1.2 zijn 1.2, 2.4, 3.6, 4.8 etc.

De vraag is nu of er veelvouden van 3 zijn die ook een veelvoud van 1.2 zijn en zo ja welke de kleinste is. Stel het getal K is het KGV van 3 en 1.2. Er moet dan gelden:

 K = m × 1.2 = n × 3 en dus =      (3)

waarbij m en n positieve gehele getallen zijn. Omdat  1.2 3 moet n m. We gaan nu volgens ons recept de breuk = m.b.v. een zakrekenmachientje herleiden tot een niet te vereenvoudigen breuk.

Type op de rekenmachine  1 2 10 3 2 5 . Let op de haakjes!

Conclusie: =      (4)
We weten nu volgens (3) en (4) dat = en dus m = 5 en n = 2.
Het KGV K van 3 en 1.2 is dus  K = 5 × 1.2 = 2 × 3 = 6.

Op deze website bevindt zich een handige rekenmachine met de naam "De Breukenkraker" die de uitkomst van elke bewerking met rationale getallen omzet naar een niet te vereenvoudigen breuk. Als je hier de deling (computernotatie 1.2/3) invoert krijg je onverwijld als antwoord . Probeer het maar eens!

Deze rekenmachine is dus ook handig om het KGV te bepalen. Zie ook het onderdeel "Breuken en Computers" op deze website.

Omhoog


Voorbeeld 2
Een probleem dat vaak voorkomt is het bepalen van de periode van een trilling die is samengesteld uit twee harmonische trillingen met verschillende periodes. Stel je hebt bijvoorbeeld een samengestelde trilling u = u1 + u2 met u1 = sin(10t) en
u
2 = sin(11t). Voor de periode T1 van u1 geldt 10T1 = 2. Daaruit volgt  T1 = .
Voor de periode T2 van u2 geldt 11T2 = 2. Daaruit volgt  T2 = .
De periode T van u is het KGV van T1 en T2. Er moet dan gelden:

T = n × T1 = m × T2 en dus =      (5)

waarbij n en m positieve gehele getallen zijn. Bovendien zijn er geen kleinere getallen voor n en m te vinden waarvoor hetzelfde geldt! Omdat T1 T2 moet n m.

We gaan nu volgens ons recept de deling T2 : T1 = () : () m.b.v. een zakrekenmachientje herleiden tot een niet te vereenvoudigen breuk.

Type op de rekenmachine  2 11 2 10 10 11 . Let op de haakjes! Conclusie:

=      (6)

We weten nu volgens (5) en (6) dat = en dus n = 10 en m = 11. Het KGV T van T1 en T2 is dus T = 10 × T1 = 11 × T2 en dus

T = 10 × = 11 × = 2.

Dit is niets anders dan  kruiselings vermenigvuldigen in(6). De periode van de samengestelde trilling u is dus T = 2.

Omhoog


Opgaven

  1. Bereken m.b.v. een zakrekenmachine of de "Breukenkraker" het Kleinste Gemene Veelvoud van:

    1. 21 en 57

    2. 0.12 en 5

    3. 10.36 en 9.6
         

  2. Bepaal m.b.v. een zakrekenmachine of de "Breukenkraker"de periode van de volgende samengestelde harmonische trillingen

    1. u(t) = sin(6t) + cos(15t)

    2. u(t) = sin(2.46t) + cos(1.5t)

    3. u(t) = sin(-1.4t) + cos(1.2t) + sin(3.25t)
         

  3. Welke getallenparen hebben een KGV en welke niet? Bereken zo mogelijk het KGV.

    1. 1.38 en 52

    2. en 5

    3. 3 en 7

    4.  2.3 en 5

Antwoorden

Omhoog